In de eerste uitbreidingswijk 't Zand (gebouwd tussen 1889 en 1914) werden de namen van de meeste straten vastgesteld op 27 januari 1897. Andere namen volgden in latere jaren. De straatnamen zijn te onderscheiden naar enkele categorieën. Een ervan verwijst naar belangrijke Bosschenaren, al dan niet in 's-Hertogenbosch geboren. De Alfons Diepenbrockstraat verbindt de Koningsweg met de Van der Does de Willeboissingel. Alfons Diepenbrock is op 2 september 1862 in Amsterdam geboren. Hij studeerde klassieke talen, in 1888 promoveerde hij summa cum laude op een dissertatie over Seneca. Nog in datzelfde jaar werd hij leraar Latijn en Grieks aan het Bossche gymnasium. Het was een betrekking van 20 uur in de week in de drie laagste klassen, daarnaast gaf hij ook privéles. In zijn vrije uren en tijdens vakanties hield hij zich met zijn echte passie bezig, het componeren van muziekwerken. Zo schreef Diepenbrock in 1891 de 'Messa in die festo', een monumentaal stuk kerkmuziek. In 1912 schreef hij over dit muziekstuk voor mannenkoor en orgel, dat het zijn beste werk was: “Nooit meer heb ik met zo'n overgave en bewuste tirannieke drang iets gemaakt”. In 1895 trouwde hij met jkvr. Elisabeth de Jong van Beek en Donk. In 1896 kwam er een einde aan 'de afschuwelijke schoolmeesterij' en aan 'het saaie geploeter en gepomp met die jongens'. Hij verliet zijn appartement aan de Markt en vestigde zich in zijn geboorteplaats. Daar legde hij zich volledig toe op het componeren. Alfons Diepenbrock wordt tot de grootste componisten van Nederland gerekend. |
Alphons Diepenbrock was een componist, die vooral door zijn katholieke kerkmuziek bekend is geworden. In 's lands hoofdstad werd hij op 2 september 1862 geboren. Hij studeerde klassieke letteren en werd na afloop van deze leraar in de klassieke letteren. Diepenbrock kon kiezen tussen Breda en 's-Hertogenbosch en koos voor een betrekking aan het gymnasium in de laatste gemeente. Hij wist in het begin niet veel te vertellen over deze stad, "een moeras met een kathedraal en wat huizen eromheen". In 1888 begon hij er les te geven, 20 uur in de week.
Door het uitvallen van de leraar geschiedenis nam hij er ook enkele lessen in dit vak bij, al wist hij daar niet veel van: "Ik weet geen ander ding... dan Karel de Grote en het haringkaken." Alphons gaat steeds meer lessen geven, ook privéles. Het eist veel van hem, zodat hij een vriend eens toevertrouwde: "Ik heb in Den Bosch 's zaterdagsmiddags van vermoeienis huilend op mijn bed gelegen."
In het eerste jaar ziet Diepenbrock het leraar-zijn helemaal niet meer zitten. Hij is al blij, als hij al eens een uur les kan geven, zonder dat hij zijn leerlingen hoeft te waarschuwen. Véél leerlingen heeft hij trouwens niet: in het begin zijn het slechts 4 of 5 die er in de klas zitten, later worden het er 17. Hij geeft enkel les in de drie laagste klassen. Moeilijkheden met zijn leerlingen heeft hij regelmatig en in een brief noteert hij hierover: "Ik heb twee maal tegen een jonkheertje met een broekje in plaats van jonker met enige stemverheffing ezel gezegd."
In 's-Hertogenbosch componeert hij in zijn vrije uren en tijdens de vakanties. Hij schrijft o.a. de 'Missa in die festo', een monumentaal stuk kerkmuziek. Hij kan zich op dit componeren werpen als afleiding van zijn dagelijkse werk.
Diepenbrock schrijft in 1912 over dit muziekstuk: "Ik blijf erbij dat dit werk, wat de noodzakelijkheid van zijn bestaan betreft, mijn beste werk is. Nooit meer heb ik met zo'n overgave en bewuste tirannieke drang iets gemaakt."
In 's-Hertogenbosch had Diepenbrock kennis gemaakt met de dirigent Léon C. Bouman, met wie hij wel eens musiceerde. Wekelijks speelde hij bovendien in een strijkkwartet. In Den Bosch had hij eveneens Antoon der Kinderen leren kennen.
Na zes jaar kwam aan 'de afschuwelijke schoolmeesterij' en aan 'het saaie geploeter en gepomp met die jongens' een einde. Met ingang van 1 oktober 1896 nam hij ontslag als leraar aan het gymnasium. Hij zou zijn kamer aan de Bossche Markt verlaten en naar Amsterdam terugkeren. Alphons Diepenbrock keerde echter niet alléén terug naar zij geboorteplaats: in Hintham had hij Elisabeth de Jong ontdekt, die later zij vrouw zou worden.
In Amsterdam was hij in staat zijn creatieve talenten verder te ontplooien. Hij kreeg er bekendheid als een man van de katholieke kerkmuziek. In zijn geboortestad zou hij op 5 april 1921, 58 jaar oud, overlijden. Drie maanden later reeds zou het Bossche gemeentebestuur hem eren door een straat naar hem te noemen, het zou de Alfons Diepenbrockstraat worden. In een advies hierover schrijft de straatnamencommissie "... dat daardoor terecht hulde wordt gebracht aan een voormalig ingezetene dezer stad, voor hetgeen hij hier reeds op muzikaal gebied presteerde". Dat zou de leraar Diepenbrock zich dertig jaar tevoren niet hebben kunnen voorstellen, zijn leerlingen waarschijnlijk evenmin ...
|
1986 |
Henny MolhuysenStraat en naam : Alfons DiepenbrockstraatBrabants Dagblad donderdag 23 januari 1986 (tekening) |
1928 | J.J.A.M. van Heeswijk |
1943 | G.C. Crone (adj. commies Dir. Bel.) - A.C.W. Crone-Onland (muziekleerares) - P.J.L. Mulder (adj. insp. levensverzek.) - P.A. Verheul (automobielhandelaar) |
1928 | J.H. Visschers |
1943 | J.H. Visschers (adj. insp. volksgez. afd. drankwet) - L.J.A. Visschers (secr. ambtenaar) |
1928 | mr. P.J.M. Schaepman |
1943 | H.C.M. Schaepman (secretaresse Belgisch conselaat) - mr. P.J.M. Schaepman |
1923 | Christiaan J. Groothoff (majoor Wielrijders) |
1928 | jhr. mr. dr. L.H.K.C. van Asch van Wijck |
1928 | W. Meijeringh |
1943 | Accountantskantoor R.A. Dijker - W. Kreukniet en H. Sparrius - J. Hoogerwerf (accountant) |
5211 BV 1.. 1 5211 BV 2..10
1921 |
25 juli 1921No. 11 „Alfons Diepenbrockstraat”Voorstel (Bijlage no. 116) om de aan te leggen verbindingsstraat Koningsweg - Van der Does de Willeboissingel te noemen „Alfons Diepenbrockstraat”
Stadsarchief | GAHt Notulen gemeenteraad 1921 nr. 10(25.07) p. 1-32 | 9
|